Meer dan zestig jaar geleden werd ik geboren in een Leids arbeidersgezin. Sinds bijna dertig jaar ben ik ondernemer in Leiderdorp en na een mislukt huwelijk van ook bijna 30 jaar kwam ik in 2007 in Rijnsburg wonen. Ik had een 'nieuwe' vriendin.

Een waarmee ik lang geleden op de middelbare school nog een paar jaar verkering had gehad. Toen we besloten samen verder te gaan vroeg ze me eigenlijk al vrij snel hoe ik na al die jaren over 'geloven' was gaan denken. Ik had er in onze schooltijd geen geheim van gemaakt dat ik er van overtuigd was dat er geen God bestond. Hoe was het anders te verklaren dat er zoveel ellende en onrecht op de wereld was? Dat zou een 'Lieve Heer' toch nooit toestaan?

Als we in een tussenuur of als we een keer geen zin hadden en dus spijbelden weer eens een wandelingetje maakten in de Leidse Hout, dan discussieerden we vaak over dat soort dingen. Op ons rug in het gras liggend en starend naar de blauwe hemel kwam het gesprek altijd snel op "Zou er meer zijn tussen hemel en aarde?". Zij wist zeker dat er een God was, ik was er stellig van overtuigd dat het allemaal maar onzin was.

Natuurlijk had ik ook toen al voorbeelden gezien van gelovende mensen die dingen deden die niet deugden. Voorbeelden die ik dan mooi gebruiken kon om aan te tonen dat "alle" christenen het ene zeggen en het andere doen. Achteraf bezien denk ik nu "Toont dat aan dat God niet bestaat? En dat in Hem geloven niet deugt?". Het laat eigenlijk alleen maar zien dat ze het niet begrepen hebben of tegen beter weten in toch de foute dingen doen.


"Toont dat aan dat God niet bestaat?"


Als ik eerlijk moet zijn, dan moet ik wel bekennen "eigenlijk wist ik er niets van". Dus toen mijn 'kersverse' vriendinnetje me vroeg "Wat doen we dan met het geloof?", heb ik gezegd "Ik ga gewoon met je mee naar de kerk. Ik zal aandachtig luisteren en zie wel of er iets tussen zit voor een ongelovige Thomas als ik."

Stiekem heb ik er vaak op mijn manier "gebeden". Ik heb gevraagd of God me een teken wilde geven om te laten zien dat Hij er was. Als dat zo was, dan zou ik wel willen geloven. Maar het teken kwam niet. Wel veranderde ik gaande weg, zonder dat ik het nou echt door had. Toen iemand mij na drie jaar vroeg waarom ik niet eens de Alpha-cursus zou doen, heb ik ja gezegd. Samen zijn mijn vriendin en ik toen naar de Alpha gegaan. Ik als "beginnend gelover", zij als gelovende van huis uit. In les 2 kwam ik tot geloof, maar ik haast me om te zeggen dat dit niet door de cursus kwam. God was al veel langer met mij bezig. Wel heb ik door de cursus veel antwoorden gekregen en is mij een hoop duidelijk geworden.


"God was al veel langer met mij bezig."


Vijftig jaar lang had ik mijn mening klaar gehad, maar pas toen ik bereid was me erin te verdiepen, leerde ik hoe het echt zat. Stukje bij beetje. Toen de cursus afgelopen was hebben we ons aangemeld om mee te helpen. Niet dat ik er toen al zoveel van wist, maar de borden van de maaltijd moeten tenslotte ook afgewassen worden. Inmiddels mag ik mijn vriendinnetje alweer meer dan tien jaar mijn vrouw noemen en zitten we al acht jaar samen in de leiding van de Avond-Alpha.

Iedereen die ik in de afgelopen acht jaar de cursus zag doen, is er razend enthousiast over. Ik kan de Alpha dus met een gerust hart aanbevelen. Voor "rijp en groen". Ook dat is mij wel gebleken. 

En over borden en maaltijden gesproken... "the proof of the pudding is in the eating". Oftewel ... hoe kun je over de pudding meepraten als je er niet eerst van geproefd hebt?


Pieter van der Reijden
Rijnsburg